woensdag 13 augustus 2014

Blaise Pascal, Verstand en hart


“We kennen de waarheid niet alleen met het verstand, maar ook met het hart. Het is op die laatste manier dat we de eerste beginselen onderkennen, en het argumenterende verstand, dat daar geen deel aan heeft, probeert die vergeefs aan te vechten.” Aldus Pascal in Gedachte 110. wat wil hij daarmee zeggen? Met “hart” bedoelt hij zo iets als gevoel, intuïtie. Met die twee, elkaar overlappende, begrippen krijgen wij nog eerder vat op de waarheid dan met ons verstand. Pascal noemt dan als eerste voorbeelden kennis van ruimte, tijd, beweging, getallen. Ik zou graag de hele gedachte lezen, maar dat duurt te lang. Ik vat die daarom voor u samen. We weten intuïtief dat de ruimte driedimensionaal is, dat het aantal getallen oneindig is, aldus deze diep religieuze filosoof, die tevens wiskundige was en de eerste rekenmachine heeft ontworpen. Op deze intuïtieve kennis moet het verstand steunen, betoogt hij. Met het verstand komen wij erachter dat er geen twee kwadraten zijn, waarvan het ene het dubbele is van het andere. Beginselen voel je aan, stellingen moet je bewijzen. Het verstand heeft dus slechts beperkte mogelijkheden en zou dus een toontje lager moeten zingen, zegt Pascal in de 17e eeuw, een tijd, waarin het rationalisme hoogtij vierde. Het rationalisme legt juist alle accenten eenzijdig op het verstand. Pascal ging dus tegen zijn tijd in. Zelfs zegt hij letterlijk: “God mocht geven dat we het (verstand) integendeel nooit nodig hadden en alles met ons instinct en gevoel wisten,maar de natuur heeft ons deze gave ontzegd. Ze heeft ons integendeel maar zeer weinig van dit soort kennis gegeven; alle andere kan alleen door het verstand worden verworven.”

Samengevat: de mens beschikt over verstand en over het hart, gevoel en intuïtie dus. Kennis via het hart verworven is veel meer van waarde dan verstandelijke kennis. Maar helaas beschikken wij meer over verstandelijke vermogens dan over gevoel en intuïtie. Eigenlijk zijn we dus gebrekkig toegerust.

Wat wij in onze zittingen doen, is verstandelijk gezien eigenlijk flauwekul. Altijd dezelfde teksten, ouderwetse aanspreekvormen, enzovoort, enzovoort. Waarom hechten we zo veel waarde aan ritualen? Ik kan daar alleen maar voor mijzelf op antwoorden en ik kom dan uit bij het verschil tussen  het verstand en het hart. Met het hart ervaren we de woorden die gesproken worden vanuit het hart van onze broederen, de vaste teksten van het rituaal, de muziek die een onmisbaar element vormt…, met het hart ervaren we dit alles op een zodanige wijze dat dit de zaken van het verstand overstijgt. Die de dagelijkse werkelijkheid overstijgende ervaring, die is voor mij in de loop van de jaren heel kostbaar geworden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten